Het ministerieel besluit van 28 januari 2009 definieert de criteria voor de erkenning van bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de oncologie. Deze beroepstitel wordt voor onbepaalde duur toegekend. Om de beroepstitel te kunnen behouden moet de verpleegkundige permanente vorming volgen om bijgeschoold te worden inzake de nieuwe evoluties in de oncologische verpleegkunde (minimum 60 uren in een periode van 4 jaar) en minimum 1.500 uren gewerkt hebben bij oncologische patiënten in een periode van 4 jaar. Sinds de 6e staatshervorming is de erkenning een bevoegdheid van de Gemeenschappen, maar de normering blijft een federale aangelegenheid. Tabel 8 geeft een overzicht van het aantal erkende verpleegkundigen in België.
Tot op heden werd nog niet nagekeken of de titelhouders de voorgeschreven permanente vorming volgen. In Vlaanderen, is het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid momenteel bezig met de samenstelling van de nieuwe erkenningscommissies voor de erkenning van bijzondere beroepstitels in de verpleegkunde. Wellicht krijgt de nieuwe erkenningscommissie de opdracht om de controles op permanente vorming uit te voeren.
In de conceptnota ‘Verpleegkundige specialisten en –consulenten in de oncologische zorg’ worden specifieke aanbevelingen geformuleerd, zoals het gebruik van eenduidige terminolgie (gespecialiseerde verpleegkundige in de oncologie versus advanced practice nurse in de oncologie (= verpleegkundig specialist en verpleegkundig consulent); het organiseren van aangepaste opleiding voor de verpleegkundige specialist en verpleegkundig consulent, etc. Deze aanbevelingen geven handvaten om de functie van ‘onco-coach’ beter uit te bouwen.